Eindexamen officiersopleiding Belgische leger

Beschikbare tijd: drie weken. Lees de vragen zorgvuldig voordat u ze beantwoord.

  1. Welke taal spreekt men in Spanje?

  2. Geef twee karakteriserende kenmerken van het Oud-Babylonische keizerrijk met betrekking tot architectuur en taal, of noem de voornaam van Pol van Himst.

  3. Hoeveel officieren telt het Belgische leger, noem ze allebei.

  4. Waar is een gouden tientje van gemaakt?

  5. Hoeveel frietbuiltjes zijn er nodig om Luik dicht te plakken?

  6. Als één en één gelijk is aan twee, hoeveel is dan 1 + 1?

  7. Mozes ontving een aantal geboden; hoeveel ongeveer?

  8. Van welk land is de Koning van België koning?

  9. Wie won de Tweede Wereldoorlog; wie werd er tweede?

  10. Als men een geweer gaat schoonmaken, wat is dan de volgorde van handelingen:

    a. in de loop kijken, schieten, schoonmaken;
    b. schoonmaken, schieten, in de loop kijken;
    c. schieten, schoonmaken, in de loop kijken.

  11. Omschrijf het principe van een kernreactor, of schrijf de naam van je moeder in blokletters.

  12. Waar is de kelder in een gebouw van zeven verdiepingen; en waar in een gebouw van acht verdiepingen?

  13. Waarvoor dient een geweer?

    a. een zware pijp roken;
    b. ruggekrabber;
    c. schieten.

  14. Waarvan worden plastic emmertjes gemaakt? Geldt dit ook voor blikken emmers?

  15. Hoeveel francs is een biljet van 100 francs waard?

  16. Hoelang duurde de Tachtigjarige oorlog?